Omspelen II V I (jazz)
Jazz Basis: Omspelen II V I
Gerelateerde topics:
Intervallen (prime, terts, kwint, septiem, etc)
Akkoordopbouw (opbouw arpeggio's)
Kwintval (met plaatjes)
II V I in beeld op de gitaarhals
De belangrijkste basisvaardigheid als je jazz wilt leren spelen is het kunnen omspelen van II V I progressies in majeur en mineur. Omspelen betekent dat als je de begeleiding weg zou laten, dat je de akkoorden nog steeds in je solo kan horen doorklinken. Dat is de basis van jazz en het grote verschil met de typische blues- pop- of rock-manier van soleren.
De twee basis-ingrediƫnten van een omspeling:
- Gebruik tijdens het akkoord in kwestie de akkoordnoten uit dat akoord (noten uit het arpeggio's van de akkoorden, waarvan de belangrijkste zijn de terts en de septiem). Het is dus belangrijk om tijdens je solo te weten waar je in het akoordenschema zit.
- Zorg dat je bij kwintval (zoals II V I) de septiem van het voorgaande akkoord laat oplossen naar de terts van het volgende akkoord.
Het is dus minder belangrijk om al die arpeggio's in zijn geheel als een soort toonladders over de gehele hals te kunnen spelen, en het is juist belangrijker dat je fragmenten van de arpeggio's real-time aan elkaar weet te rijgen, en daarmee het akkoordschema van de standard kunt doorspelen. Dus duurt een akkoord een halve maat, dan speel je (een fragment van) het appergio van het akkoord in kwestie met een duur van vier achtsten. Duurt een akkoord een hele maat, dan speel je een (fragment van) het arpeggio met een duur van 8 achtsten.
Het belangrijkste zijn de terts en de septiem van het akkoord. Dus een goeie oefening is ook om bij elk akkoord alleen de terts en de septiem te spelen. Dan hoef je dus niet de hele arpeggio's te spelen, maar alleen de tertsen en de septiemen van de arpeggio's
Dus stel je hebt II V I in G: Am D7 G. Dan speel je de noten C G, F# C, B F#. Waarbij je ziet dat de septiemen automatisch oplossen naar de tertsen: G zakt diatonisch naar F#, C zakt diatonisch naar B. Diatonisch wil zeggen 'zoals een toonladder'. Een diatonische beweging betekent dus dat je in je melodie 1 of 2 vakjes stijgt of daalt. Bij progressies die niet volgens de kwintval verlopen, zal de septiem niet oplossen naar de terts van het volgende akkoord, maar dat geeft voor deze beginners-oefening niet zo. Als je van elk akkoord de septiem en de terts speelt, dan hoor je het akkoordenschema er al in doorklinken.
Wil je het nog simpeler houden dan speel je alleen de tertsen van de akkoorden, want van de twee belangrijkste noten van een akkoord terts en septiem is de terts nog weer de belangrijskte. Dus op Am D7 G speel je dan: C, F#, B. Dit is de makkelijkste manier van omspelen. Makkelijker kan ik het niet maken. Dus wellicht een goed idee om eerst de akkoorden van een standard te omspelen door alleen de tertsen van de akkoorden te spelen, vervolgens uit te breiden met zevens, en vervolgens de gehele arpeggio's (ook de prime en de kwint) .
Gerelateerde topics:
Intervallen (prime, terts, kwint, septiem, etc)
Akkoordopbouw (opbouw arpeggio's)
Kwintval (met plaatjes)
II V I in beeld op de gitaarhals
De belangrijkste basisvaardigheid als je jazz wilt leren spelen is het kunnen omspelen van II V I progressies in majeur en mineur. Omspelen betekent dat als je de begeleiding weg zou laten, dat je de akkoorden nog steeds in je solo kan horen doorklinken. Dat is de basis van jazz en het grote verschil met de typische blues- pop- of rock-manier van soleren.
De twee basis-ingrediƫnten van een omspeling:
- Gebruik tijdens het akkoord in kwestie de akkoordnoten uit dat akoord (noten uit het arpeggio's van de akkoorden, waarvan de belangrijkste zijn de terts en de septiem). Het is dus belangrijk om tijdens je solo te weten waar je in het akoordenschema zit.
- Zorg dat je bij kwintval (zoals II V I) de septiem van het voorgaande akkoord laat oplossen naar de terts van het volgende akkoord.
Het is dus minder belangrijk om al die arpeggio's in zijn geheel als een soort toonladders over de gehele hals te kunnen spelen, en het is juist belangrijker dat je fragmenten van de arpeggio's real-time aan elkaar weet te rijgen, en daarmee het akkoordschema van de standard kunt doorspelen. Dus duurt een akkoord een halve maat, dan speel je (een fragment van) het appergio van het akkoord in kwestie met een duur van vier achtsten. Duurt een akkoord een hele maat, dan speel je een (fragment van) het arpeggio met een duur van 8 achtsten.
Het belangrijkste zijn de terts en de septiem van het akkoord. Dus een goeie oefening is ook om bij elk akkoord alleen de terts en de septiem te spelen. Dan hoef je dus niet de hele arpeggio's te spelen, maar alleen de tertsen en de septiemen van de arpeggio's
Dus stel je hebt II V I in G: Am D7 G. Dan speel je de noten C G, F# C, B F#. Waarbij je ziet dat de septiemen automatisch oplossen naar de tertsen: G zakt diatonisch naar F#, C zakt diatonisch naar B. Diatonisch wil zeggen 'zoals een toonladder'. Een diatonische beweging betekent dus dat je in je melodie 1 of 2 vakjes stijgt of daalt. Bij progressies die niet volgens de kwintval verlopen, zal de septiem niet oplossen naar de terts van het volgende akkoord, maar dat geeft voor deze beginners-oefening niet zo. Als je van elk akkoord de septiem en de terts speelt, dan hoor je het akkoordenschema er al in doorklinken.
Wil je het nog simpeler houden dan speel je alleen de tertsen van de akkoorden, want van de twee belangrijkste noten van een akkoord terts en septiem is de terts nog weer de belangrijskte. Dus op Am D7 G speel je dan: C, F#, B. Dit is de makkelijkste manier van omspelen. Makkelijker kan ik het niet maken. Dus wellicht een goed idee om eerst de akkoorden van een standard te omspelen door alleen de tertsen van de akkoorden te spelen, vervolgens uit te breiden met zevens, en vervolgens de gehele arpeggio's (ook de prime en de kwint) .
1 reacties:
There are various online sources to provide you informative details on this topic, but this is one is very helpful
online gitaarles
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage